Dit is de tekening van het dek. In het midden komt de cabine, links daarvan zie je verstevigde opening, waar de mast doorheen steekt tot op de bodem van de romp. Daar zakt hij in een passend blok. Vóór de mast bevindt zich een klein dekluik en ook aan de achterzijde (rechts) komt een dekluik. Door dit achterste luik kun je bij het roer komen om de roerhevel te monteren en het roer met een vleugelmoer vast te zetten. En het na het varen weer uit de boot te nemen voor transport. Door het dak van de cabine af te nemen krijg je één grote opening en kun je in het inwendige komen om de kiel vast te zetten en bij de schakelaar en de batterijen, om te verwisselen. Je kunt hierdoor zelfs de hele besturings-unit met alle elektronica erop uit de boot nemen. Op vier vol opgeladen AA-batterijen voor de ontvanger en de servo's kun je zeker een uur of drie, vier varen of vaak wel een hele middag. Dat ligt een beetje aan de wind. Als er een sterke wind staat, moeten de servo's meer werken en dat vraagt dus om meer stroom.
Waar ik met de figuurzaag niet meer bij kan, biedt de kleine handmotor met een klein cirkelzaagje uitkomst.
Ook de grote opening in het dek is lastig te bereiken met de figuurzaag, en wéér biedt die kleine handmotor . . .
Het dek is uitgezaagd en van de nodige openingen voorzien. Ik heb besloten om het luik vóór de mast te laten vervallen. Dat heeft geen enkele functie en ik heb het liever bovendeks zo rustig mogelijk. Alleen het hoognodige.
Het dek is globaal passend gemaakt in de romp en even provisorisch op zijn plaats gehouden met klemmen. Zoals te zien is, is de hoogte van het boord niet overal gelijk. In het middengedeelte moet er iets van de spanten en blokjes onder het dek afgehaald worden, zodat het daar wat kan zakken.
Het dek ligt nu goed op hoogte, zodat de onderkant van de loosgaten net gelijk liggen met bovenkant van het dek. Hierboven zie je de dekopening, waar de kajuit straks over heen wordt gebouwd. Het dak van de kajuit kan er af. Zo is de kiel gemakkelijk in de kielkast vast te zetten met borgpennen en kan ik de radio-unit uitnemen, als dat nodig is (komt op de twee balkjes rechts). Links van de kajuit zie je de ronde mastopening. Alles is nog ruwweg uitgezaagd.
De mastopening (moet nog aangepast worden) met daar omheen markeringen voor een extra plaatje hout als dekversteviging. Het kruisje daar onder wordt de dekdoorvoer voor de schoot van het grootzeil. In de twee sleuven links daarvan komen staanders voor de geleiding van de fokkeschoot. Die staanders zijn twee rechtop staande balkjes met daartussen een roestvrij stalen staaf. Langs deze staaf loopt met een lus het uiteinde van de schoot, die van de fok af komt en deze lus kan mee heen en weer glijden met de fokkeboom. Een soortgelijke geleidestaaf komt ook achter de kajuit, net voor het dekluik op de achterplecht. Die is dan weer voor het grootzeil.
Op de achterplecht komt het dekluik voor montage of afnemen van het roer en daar vóór ook weer de twee steunen voor de geleidestaaf voor de schoot van het grootzeil. De glijder kan bestaan uit een lus of een ring aan de schoot.
Op de plaats van het kruisje komt de dekdoorvoer voor de fokkeschoot.
Deze wordt in een later stadium geïntegreerd in het blok voor de fokbevestiging.
Het dek is nu precies op maat gemaakt en ligt goed. In de lengterichting buigt het een beetje door, wat je ziet aan de binnenranden van de dekopening, waar de kajuit over heen gebouwd wordt.
Over de hele lengte wordt het dek met een heleboel klemmen in bedwang gehouden.
De zwaarste ijzeren klemmen zijn rond het midden geplaatst, waar het dek de meeste weerstand biedt. Alles wordt stevig op de rand vastgeklemd.
Zo wordt de sierlijke zeeg zichtbaar, zowel in de kajuitopening als ook aan de bovenrand van de boorden.
De eerste opzet van de kajuit. De twee lange zijwanden zijn redelijk op maat, maar de voor- en achterwand moeten nog wat ingekort worden, tot ze mooi tussen de zijwanden passen, die straks licht naar binnen toe moeten hellen.
Alles staat nog gewoon los en wordt pas met 10-secondenlijm op een aantal plaatsen vastgetipt, als de onderdelen goed passen. Hierna worden de naden nog eens opnieuw degelijk nagelijmd, maar nu met epoxylijm.
De vier wanden van de kajuit zijn voorbereid. De lange, dunner aflopende uiteinden aan de linkerzijde zijn de twee zijwanden, die achter de kajuit doorlopen over het achterdek. Ze eindigen bij de twee staanders van de geleider voor de grootschoot. De patrijspoorten krijgen straks nog donker 'glas' . . . . 'voor de nodige privacy'.
Ik ga nu het dek van beide kanten impregneren met G4-Extra. Vandaag gaat de eerste laag erop.
Nadat aan twee kanten de poriënvuller is opgebracht, wordt het dek vast tijdens het drogen een beetje voorgevormd door het in het midden te verzwaren. Ik weet niet of dit zo blijft, maar we zullen wel zien. Voor de ventilatie staat het raam en de voordeur open, zodat het stevig doortocht, want die penetrante lucht is niet gezond.
Even een proefopstelling gemaakt met het nog kale dek erop zonder opbouw en de mast geplaatst.
Nu wordt het hoog tijd om de kajuit te gaan opbouwen!
Eerst worden de vier wanden gemonteerd. Ze worden op een aantal plaatsen vastgezet met 10-seconden lijm en een stel klemmen zorgt er voor dat alles even gefixeerd wordt. Later worden alle naden ruim gevuld met epoxylijm.
Beide zijwanden liggen verzonken in de dekopening en worden met balkjes strak tegen de dekrand aan geperst.
Tevens even een kijkje in de 'buikholte' van de boot, waar alle belangrijke 'organen' later hun plaats gaan krijgen.
De voorwand is tussen beide zijwanden geplaatst en wordt stevig aangedrukt met lijmklemmen. Direct vóór de kajuit bevindt zich de opening waar de mast in gestoken wordt en rechts daarvan de roestvrijstalen geleidestang voor de schoot van de fok.
Hetzelfde geldt voor de achterwand. Aan de achterzijde lopen beide zijwanden door tot tegen de geleider voor het grootzeil. Hierdoor wordt een ruime open kuip gevormd, waar het lekker toeven is als het zonnetje schijnt. De grote RVS U-haak door de achterwand is nodig om later het dak stevig mee vast te zetten op de kajuitwanden.
Nog wat overzichtsfoto's omdat ik het niet kan laten :))
Hier boven is te zien dat de boordranden nu rond afgewerkt zijn en de spitse punten er ook wat vriendelijker uitzien.
De sleuf in de dekplaat van de mast voorkomt, dat de mast om zijn eigen as gaat draaien. Op deze hoogte zit achter in de mast een stevige roestvrij-stalen stift gelijmd, die tijdens het plaatsen van de mast onwrikbaar in deze sleuf zakt. Op de plaats van het kruisje komt een aluminium pijpje, met gladde ingelijmde metalen ringetjes, als dekdoorvoer voor de schoot van het grootzeil.
Op de voorgrond zie je de dekopening, waarover nog een luik gebouwd moet worden, dat toegang geeft tot het roer. Hoewel dit luik langwerpig lijkt door perspectivische vertekening, is het in werkelijkheid zuiver vierkant.
Als we het dek omdraaien zie je aan de onderzijde de vier staanders van de schootgeleiders uitsteken.
Het dek is ondersteboven terug gelegd in de romp en zo zie je nog eens heel duidelijk de kromming van het dek, de z.g. zeeg.
Het dak van de kajuit is afneembaar en via deze opening kan ik binnen in de boot komen om batterijen te verwisselen, de ontvanger aan of uit te zetten, eventuele aanpassingen in de afstelling van de schoten te regelen, de complete besturings-unit te demonteren, als dat nodig mocht zijn, enz. Het is, zeg maar, de motorkap van de boot. Wat er nu nog aan ontbreekt zijn drie extra dwarse verstevigingsribben aan de binnenzijde tegen het dak.
Het dak is nu compleet. Door de extra ribben wordt het geheel zeer stevig. De zijranden passen zuigend tussen de kajuitwanden en worden later vastgezet met enkele RVS stiften. Aan de voorkant steken twee stiften van 2mm dikte uit de kap en worden bij het aanbrengen van het dak in twee corresponderende gaten in de voorwand van de kajuit gestoken. Zodoende kan het dak vooraan niet meer omhoog. Aan de achterzijde wordt een brede stalen U-haak door de achterwand én de kap gestoken om zo het dak muurvast te zetten. Die U-haak zag je al op eerdere foto's uit de wand steken.
Het gebogen dak steekt aan alle zijden enkele millimeters over.
Het zit erop! Letterlijk! De daknaad overdwars ga je straks niet meer zien. Ik moest twee platen met de kopse kanten tegen elkaar lijmen, omdat ik niet genoeg hout meer had uit één stuk. De nerf moest in de lengte lopen om het hout de vereiste kromming te kunnen geven. Over de middennaad ga ik later een lat lijmen.
Het dekhuis op zich is redelijk compleet. Alleen moeten er nog twee handgrepen en een schuifluik op komen.
Hierboven de tekening van het dak van de kajuit. Allereerst is daar de 'Grab Rail'. Dit is een veiligheidshandgreep, die aan beide zijkanten op het dak is geplaatst en waaraan je je kunt vasthouden, als je langs de kajuit loopt en de boot onverhoedse bewegingen maakt. Onderaan het profiel. Rechts is een 'dummy' schuifluik getekend op houten geleiders.
De 'Grab Rails' in wording.
Alles is uitgezaagd en afgerond.
Effe checken!
Het dummy-luik is ook gereed. Alles zit vast, niets kan schuiven, niets kan open, maar het gaat maar om het idee.
Even los er op gezet. Zo gaat het worden.
Ik vind het er echt 'scheeps' uitzien. Ik ga over de middennaad nog een lat lijmen om de naad te maskeren en ook op de beide einden nog een om het af te maken.
Het schuifluik wordt achter op het dak van de kajuit gelijmd.
Aansluitend worden ook de drie dwarslatten erop gelijmd.
Eerst de twee eindlatten . . .
. . . en daarna de middenlat, die de naad dwars over het dak keurig wegwerkt.
Na afwerking hiervan volgen als allerlaatste nog de twee handrelingen aan weerszijden op het dak.
>>>>>>>>>><<<<<<<<<<
Nu moet ik het eens gaan hebben over de fitting voor de fok op het voordek, die je op eerdere foto's zeker al hebt zien zitten.
Op de tekening hieronder zie je een langgerekt blok, waarop de messing scharniering voor de fok wordt gemonteerd, met daaronder de dekdoorvoer voor de fokkeschoot. Links het U-oog voor de voorstag, dat is de bevestigingslijn, die van hier naar ergens hoog in de mast loopt.
De scharniering voor de fokkeboom is uitgevoerd in 1-mm messing plaat. De fokkeboom zelf heeft aan de voorzijde een splitpen die draait om een RVS-stift. Deze gaat dwars door de twee messing platen, wordt vastgelijmd in het houten blok en houdt zo het begin van de fok vast. De fok heeft daar voldoende ruimte om naar alle kanten te kunnen draaien, en ook in de hoogte is er meer dan voldoende speling. Die is nodig, omdat de fokkeboom horizontaal, maar ook verticaal vrij moet kunnen bewegen.
Dit is het houten blok van de tekening hierboven, dat op het dek gelijmd en geschroefd wordt. Nadat alles geschilderd is, worden alle metalen onderdeeltjes pas definitief erop gemonteerd, zoals hier op de afbeelding.
Eerst moet de uitholling voor de dekdoorvoer voor de fokkeschoot nog onder in het schuine uiteinde gemaakt worden. Alles is verder nog provisorisch gemonteerd. Het messing scharnierdeel wordt later vastgelijmd en geschroefd op het blok. Ook de stift en het U-oog krijgen dan nog een paar druppeltjes 10-secondenlijm.
Het (stoffige) messing scharnier voor de fok bestaat uit twee strips van 1 mm dik, waarvan de bovenste eerst in model is gebogen. Daarna zijn ze met dun ijzeren binddraad stevig op elkaar gefixeerd en vervolgens met tin gesoldeerd in de vlam van een gasbrander.
De voorziening voor de dekdoorvoer van de fokkeschoot is klaar. In de schuine voorkant van het blok is een opening geboord die doorloopt naar de onderzijde. In beide openingen wordt een koperen geleide-oog gelijmd, waar de fokkeschoot soepel doorheen kan lopen.
Eén oog in de voorzijde en één oog in de onderzijde. Verder wordt, verzonken in het dek recht er onder een derde oog gelijmd (zie volgende foto). Via deze openingen verdwijnt de fokkeschoot naar het inwendige van de boot en loopt hij onderdeks naar achteren naar de arm van de zeilservo.
<<< Deze twee ogen zitten straks recht boven elkaar.
Onder tegen het dek ga ik een blok lijmen waarin twee stalen U-ogen onder elkaar zitten. Deze geleiden de schoot en brengen hem op de juiste diepte, zodat hij evenwijdig aan het dek naar de zeilservo loopt.
Het blok staat vlak achter de steven op het voordek. Recht onder het hier zichtbare oog ligt een oog in het dek verzonken.
En zo ziet het er uit als het dek in de romp geplaatst is.
Dit blok wordt later, na het schilderen, verder nog afgemonteerd met de scharniering van de fok en het grote U-oog, waar de voorstag aan vast zit.
Recht eronder, tegen de onderkant van het dek, heb ik een blokje gelijmd met twee roestvrijstalen U-ogen, die de fokkeschoot onderdeks op de zelfde hoogte brengen als de arm van de zeilservo .
Als het dek straks definitief gemonteerd is, hang dit blokje onder tegen het dek. Als de fokkeschoot van boven af naar binnen gestoken wordt, zakt hij automatisch door beide U-ogen en kan ik hem dan zelf verder leiden naar de lang arm van de zeilservo.
Ik heb even een proefopstelling gemaakt en zoals je ziet loopt de schoot onder het dek keurig door de U-ogen en evenwijdig aan het dek naar de servo achter in de boot. Zeer licht glijdend, met weinig wrijving.
Bovendeks loopt hij schuin naar boven door het eerste U-oog van de fok en verder via enkele U-ogen naar het andere uiteinde. Vandaar wordt hij via een blok (houten katrol) naar beneden geleid naar de geleidestang, waar hij met een lus of metalen ring omheen bevestigd wordt. Zo kan deze naar stuur- en bakboord met de fok mee glijden.
Ik heb me bedacht en ga tóch een luik op de voorplecht maken, vlak bij de dekdoorvoer voor de fok, zodat ik gemakkelijk bij de U-ogen onderdeks kan komen om de fokkelijn er door te kunnen halen. Dit was te lastig om het blindelings op goed geluk te doen en ik kon er met mijn hand van binnen uit - door de spanten heen - nét niet bij. Het moest dus met behulp van een zaklamp en een spiegeltje, en dat was met net iets te veel gedoe. Dús zorgen we dat we er wél bij kunnen en maken er gewoon een opening bij.
En jawel: na enig hak- en breekwerk krijg je een mooi kijkje in het vooronder.
Keurig recht, zoals het hoort én vlak bij de dekdoorvoer voor de fokkeschoot.
N.B.
Als dit een motorschip zou zijn, zou hier voor in de punt de ankerketting liggen in de 'ankerbak'.
Zoals je ziet is alles nu moeiteloos bereikbaar. Het volgende probleem is om al die openingen weer 100% waterdicht te krijgen, maar ook daar zijn weer oplossingen voor.
De luiken moeten ten allen tijde open en dicht kunnen, maar verder zó goed sluiten, dat ze geen druppel water doorlaten.
De eerste opzet voor de twee dekluiken op voor- en achterplecht.
De opstaande randen heb ik hier in paren haaks op elkaar gelijmd en deze worden later samengevoegd tot twee vierkanten.
Zij worden óp het dek gelijmd, precies langs de randen van de uitgezaagde dekopeningen, zodat de openingen zelf niet kleiner worden. De inwendige afmetingen zijn 56 x 56 mm, net genoeg.
Ga verder naar Dek - Deel 2