De kiel en de eraan gegoten loodbulb van enkele kilo's zorgen voor de stabiliteit van de boot. Ook een belangrijke eigenschap van de kiel is dat de boot niet door de wind opzij (naar de lij-zijde van de wind) wordt weggedrukt en daardoor van de koers gaat afwijken. Dit noemt men verlijeren. De richting waar de wind van af komt noemt men de loefzijde en de richting waar de wind naar toe waait heet de lijzijde. Om die reden noemt men bijvoorbeeld het tegen de wind in draaien: oploeven. Platbodems hebben, omdat ze in vrij ondiep water moeten kunnen varen, geen diep stekende kiel, maar in plaats daarvan aan de zijboorden zwaarden hangen, dat zijn grote platte houten platen, die men in het water kan laten zakken en die er op deze manier ook voor zorgen dat de boot niet gaat verlijeren.
Het overbrengen van de maten van de kiel heb ik gedaan met een kraspen op een 3 mm dikke plaat aluminium. Het grote probleem was het uitzagen van de omtrek: ik had er geen geschikte metaalzaag voor. Dus ben ik gaan experimenteren en tot mijn grote verbazing kon ik het prima zagen met een gewoon grof houtzaagje. EUREKA!
Deze beugel is héél handig, want hierin kan ik de zaag verdraaien, zodat ik ook moeiteloos langere zaagsneden dan de diepte van de zaagbeugel kan zagen. Hoewel: moeiteloos? ... ik heb er wél een uurtje over gedaan! Het materiaal is wel zacht, maar ook erg taai om door te komen. En dat kost tijd! Maar ach . . . ik kijk niet op een uurtje.
Dit is het houtzaagje waarmee ik deze 3 mm dikke aluminium plaat heb gezaagd. Je kunt ook duidelijk aan de twee hendeltjes zien dat het zaagblad is te verdraaien. En het allermooiste: zij is nog even scherp als voorheen!
De randen worden nu goed gestrakt met schuurpapier, dat om een rechte blok hout is gevouwen.
Aan de bovenzijde wordt een cirkel van 7,5 cm doorsnede getekend. Er wordt binnen de lijn een rij gaatjes vlak naast elkaar geboord, waarvan de tussenwandjes daarna worden doorgeslepen met een slijpschijfje. Door het weghalen van een stuk metaal wordt de vin ook een beetje lichter. Wat dan weer gunstig is voor het zwaartepunt.
Een bijkomend voordeel van dit grote gat is, dat de zware kiel hierdoor gemakkelijk meegedragen kan worden.
Alle gaatjes zijn geboord en doorgeslepen.
Nu de rand nog strak afwerken. Verder moeten aan de onderzijde nog twee gaten van 12 mm geboord worden, die straks binnen de ballast vallen en waardoor het lood onwrikbaar vast komt te zitten aan de kiel (zie tekening bovenaan). De vrijgekomen schijf kan ik dan weer mooi gebruiken voor de hevels van het roer. Jaja, oans bin zunig!
Klus geklaard.