De rondhouten


De rondhouten zijn de ronde houten delen van de tuigage van een zeilboot. Het rondhout wordt gebruikt om de zeilen aan te bevestigen. De tuigage is al wat tot de optuiging van een boot behoort, het rondhout met staand en lopend touwwerk. De mast behoort, hoewel rond van doorsnede, toch niet tot het rondhout.

 

Op de foto hierboven zie je van boven naar beneden: de mast (100 cm), de giek (54,6 cm), de fokkenboom (26,3 cm) en de spriet ( 73,6 cm).


De rondhouten zijn uit beukenhouten deuvels gemaakt en worden naar de einden toe dunner geschaafd en dan mooi rond en glad afgewerkt. Het schaafje dat je hierboven ziet is een Davidschaafje met een scheermesje erin. Het is alleen geschikt voor klein en licht werk en er kan zeer fijn mee geschaafd worden. Het scheermesje is verstelbaar. 


Dit is het boveneinde van de spriet, die diagonaal over het grootzeil loopt en de achterpunt van het zeil omhoog houdt. Aan de top van de spriet zit een dunner uiteinde en hierover wordt een vaste lus geschoven van stevig koord, dat door de zomen van het zeil loopt, behalve door de achterrand. Die moet vrij blijven, omdat de wind daar het zeil verlaat en niet mag worden gehinderd door de verdikking van een koord. 


De rondhouten, de mast en de blokken zijn intussen twee keer gebeitst in licht eiken en daarna twee keer afgelakt met blanke matlak.

Van boven naar beneden: de spriet, de giek en de fokkenboom.

 

 

 

 

Ze zijn nu 2x gebeitst in licht eiken en daarna 2x blank gelakt.

 

 

 

 

 

 

 

 

Het zelfde geldt voor de twee blokken van de giek en de fokkenboom.


Van een ronde beuken stok van 8 mm dikte worden beide rondhouten gemaakt voor het topzeiltje. De lengtes zijn 21" (53,5 cm) en een kleinere van 14" (35,5 cm). Dat gaat prima uit een lengte van 1 meter (goed bekeken, Gamma!).
Beide hebben aan het boveneinde een dunner gedeelte, net als het boveneinde van de spriet, waar omheen de lijken met een vaste en verstevigde lus bevestigd worden (zie de zeer verhelderende video Topsail for 'Emma' ).


De giek


De giek is het rondhout aan de achterkant van de mast van een zeilschip, waaraan de onderkant van het grootzeil is vastgemaakt. De giek zorgt ervoor dat de onderkant van het zeil uitgespreid blijft.

 

De giek is met de mast verbonden door middel van de z.g. 'lummel'. Dit is een combinatie van twee scharnieren, die haaks op elkaar staan. Daardoor kan de giek in alle richtingen soepel en vrij bewegen.


De giek heeft enkele U-ogen, waar de schoot doorheen loopt. Bijna op het einde (links op de foto) zit aan de bovenkant van de giek een U-oog, waar de achter-onderhoek van het grootzeil aan vastgemaakt wordt en iets meer naar het midden zit aan de onderzijde het U-oog, waar een blok (katrol) in hangt.


De grootschoot loopt door enkele ogen via dit blok recht naar beneden, waar hij aan het einde met een ring bevestigd zit rond de stang, die horizontaal dwars over het dek loopt.

 

De schoot kan over de stang met de giek meelopen naar beide zijboorden, als de boot overstag gaat.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De grootschoot komt vlak naast de mast door een aluminium buisje, waar een glad metalen oog in is gelijmd, naar buiten en loop via een U-oog op de mast naar de giek.

 

 

 

De grootschoot loopt door twee U-ogen in de giek naar het blok een stukje voor het einde. Vandaar gaat hij recht naar beneden naar de schootgeleidestang, waar hij met een metalen oog langs glijdt, met de beweging van de giek mee. 

 

 

 

 

 

 

 De twee geleidestangen zijn van roestvrij staal.

 

 

 

 

 


De fokkenboom


 

 

 

 

 

De fokkenboom is ingezaagd om een messing strip te kunnen inlijmen, die ik prefereer boven de splitpen op de tekening. Ik heb het graag allemaal wat solider.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit is de complete  scharniering van de fokkeboom, die vlak achter de boeg op het dek is geplaatst. De messing strip wordt met veel speling tussen de buitenste strippen geplaatst, waarbij een stalen stift als as dient. Deze wordt verticaal geplaatst en in het blok eronder vastgelijmd. De fok kan nu ook volkomen vrij bewegen.


De fokkeboom met alles-erop-en-eraan.


De bevestiging van de fokkenboom aan de romp. Via dit scharnier kan de fok vrij bewegen, horizontaal en verticaal. Voor op het blok zit het U-oog waar de voorste punt van de fok aan bevestigd is. 



Ook de fokkenschoot eindigt hier met een ring rond de geleider. Ik had een bowsie te weinig voor de spanner van het zeil, dus ik heb even een noodexemplaar gemaakt van een restje triplex. Dat wordt t.z.t. nog vervangen.


De spriet


 

 

De spriet loopt diagonaal over het grootzeil en houd de achterste bovenpunt van het zeil omhoog. De onderkant hangt in de z.g. strop. Dit is een lus, die door de spriet loopt  en waarmee de deze opgehangen wordt in de duimhaak aan de zijkant van de mast. De spriet hangt hierdoor losjes tegen de mast aan en kan zo vrij meegaan met de bewegingen van het grootzeil. De hoogte van de spriet kan ik variëren door de lengte van de stroplijn langs de spriet verstelbaar te maken, alleen gebruik ik hiervoor geen kikker, zoals op de tekening, maar zet ik er een een spanner tussen. 


 

 

 

 

 

 

 

De ophanging van de spriet in de strop.

 

De strop blijft hangen op de duimhaak, hier rechts aan de mast. De strop is een verstelbare lus, die verwijd moet kunnen worden, als ik ze over de duimhaak naar beneden wil halen. Dit is nodig om de bovenpunt van de spriet uit de lus te kunnen halen als ik het zeil wil oprollen voor vervoer.

 

 

 

 

De spanner langs de spriet maakt het mogelijk om deze hoger of lager af te stellen, zodat het zeil optimaal gespannen wordt. Schuif ik de spanner naar boven, dan gaat de spriet omhoog en naar beneden gaat 'ie omlaag.

 

 

Staat de spriet te hoog afgesteld, dan ontstaan er plooien in het zeil in de richting van de spriet; staat de spriet te laag afgesteld, dan krijg je plooien overdwars.  Beide afstellingen zijn fout! Het zeil behoort mooi vlak te staan. 


Wordt vervolgd . . .